Columniste Eva Hoeke schreef onlangs dat mensen met honden dezelfde afwijking hebben als mensen met kinderen; ze denken dat anderen die van hen net zo leuk vinden.
Bij het lezen van haar column voelde ik in eerste instantie weerstand omdat ik natuurlijk vind dat ik daar niet bij hoor en júíst mensen die het alleen over hun kinderen hebben irritant vind. Verrek! Dat vinden ze andersom natuurlijk ook.
Toen veel van mijn vriendinnen jonge kinderen hadden voelde ik me vaak alleen in hun gezelschap als keer op keer werd gepraat over welke Bugaboo de beste koop is en waar de pampers die week in de aanbieding zijn. Zodoende gaf ik een van die vriendinnen tijdens haar babyshower een vibrator in de vorm van een speen terwijl de rest had bijgelegd aan de luiertaart. Daar had ze tenminste iets aan tijdens al die slapeloze nachten.
Enfin, één van de ergernissen van mensen zonder honden is een opspringende hond als je op bezoek gaat. Al is het ook vaak de visite zelf die behandeladviezen omtrent het opspringen overboord gooien, vindt ook hondengedragstherapeut Jos Jongen. “Ach het is ook zo’n vrolijke hond!” zegt de bezoeker terwijl ze hem enthousiast aaien tijdens het opspringen en niet beseffen dat ze dit gedrag op deze manier belonen. Meestal is dat voor dat ze hebben gezien dat hun witte broek tussentijds is besmeurd met een mix van haren, kwijl en poot afdrukken.
Zelfs afspreken met iemand gaat niet meer zonder dat de hond meekomt, aldus Eva. Bingo! Toen mijn hond Sjaakie nog leefde vroeg ik me regelmatig af waarom het vanzelfsprekend is dat een kind mee komt op visite en met zijn vieze vingers aan mijn Tony Chocoloney zit en Sjaakie ,die rustig slaapt op zijn dekentje andersom niet welkom was. Oké niet iedereen voelt zich prettig bij een Rottweiler kruising in huis. Dat snap ik dan wel weer.
Mijn hart brak toen Sjaakie op een regenachtige dag niet mee naar binnen mocht terwijl ik op bezoek ging bij een vriendin in Brabant. Haar partner bleek allergisch voor honden te zijn. Hij- Sjaakie niet de partner helaas- moest buiten mijn zicht in de garage blijven. Die blik van Sjaakie. Ik wilde het liefst met mijn rijstevlaai en haver cappuccino in de garage gaan zitten.
Puberende honden zijn anders. Mo, mijn huidige hond, laat ik zelf regelmatig thuis. Al is het maar om rebels gedrag te voorkomen en bij voorbaat niet al totaal overprikkeld aan te komen. Dan denk ik met een beetje ontzag terug aan die ene moeder laatst in de rij aan de kassa die zo kalm bleef toen haar opstandige peuter de supermarkt verbouwde.
Hoe zou mijn leven er uit zien als ik én een hond én een kind zou hebben? Eenzaam denk ik. Louter hondenmensen zouden wegblijven door mijn kind dat opspringt en de kindermensen komen niet omdat de hond krijst.